Het groene goud van Waterland

Onderzoeksgebied

Natuurbehoud: Ecologie

Adviesbureau EcoNatura heeft in 2023, in opdracht van Stadsdeel Noord, de flora en fauna van vier tuinparken buiten de ring onderzocht, waaronder ook ons tuinpark. Het rapport hierover is onlangs verschenen. Onze medetuinder Koko Barenbrug geeft tekst en uitleg.

Mei 2025 – Tekst door Koko Barenbrug, tuin 8; foto’s door EcoNatura

Behalve ons tuinpark werden voor het ecologisch rapport ook de nabijgelegen tuinparken Kweeklust, Tuinwijck en De Molen onderzocht, inclusief de tussenliggende gebieden en de verbinding met de wijdere omgeving.

De betreffende volkstuinen liggen op de grens van de stad en het veenweidegebied van Waterland, en vervullen daardoor een belangrijke verbindende functie. Waar mogelijk zijn alle soorten geïnventariseerd, zowel door veldwerk als via bestaande databanken en waarnemingen van tuinders.

Grote ratelaar

Vegetatie

De volkstuinen hebben vooral parkachtige delen met uitheemse plantensoorten. In de ecologische zones eromheen staan vooral inheemse soorten. Het rapport focust op de planten met de hoogste ecologische waarde, dus de inheemse, wilde planten. Zeldzame en beschermde soorten die voorkomen zijn: moeraswespenorchis, rietorchis, beemdkroon, geelhartje, gele kornoelje, heemst, kleine kattenstaart, kleine ratelaar, moeraswolfsmelk, wilde kievitsbloem en zomerklokje.

Egelnest, foto door Anke Kamerman

Kleine zoogdieren

De zones om de tuinparken heen hebben een afwisselende en vaak strookvormige vegetatie met veel randlengte langs de dichter begroeide delen, wat gunstig is voor kleinere diersoorten die in bosranden leven. Vandaar dat deze soorten soms ook in de volkstuinen te zien zijn, zoals marterachtigen (hermelijn en wezel), egels, (woel)muizen, hazen en konijnen.

Ransuil

Vogels

Een volkstuin is een ideale omgeving voor veel verschillende tuinvogels door de vele hagen, struiken en kastjes waar vogels kunnen schuilen of nestelen. In het hele onderzoeksgebied (waaronder ook de directe omgeving van de tuinparken) zijn minstens vijfenveertig inheemse soorten als broedvogels waargenomen. Tijdens het broedseizoen zijn alle broedende roof-, zang-, broed- en watervogels beschermd, maar er zijn ook dertien vogelsoorten waargenomen waarvan het nest een jaarrond beschermde status heeft, zoals onder andere de buizerd, kerkuil, ransuil en boomvalk. Bijzonder is dat meerdere broedparen van de ransuil op de tuinparken zelf hun nest hebben. Ook is één broedlocatie van de boomvalk waargenomen vlakbij tuinpark Kweeklust.

Vleermuizen

Er foerageren grote aantallen en verschillende vleermuissoorten op de tuinparken, zoals de gewone en de ruige dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoor, rosse vleermuis, watervleermuis en meervleermuis. De vleermuizen gebruiken vaste vliegroutes om zich voort te bewegen tussen de tuinparken, de stadsrand en Waterland, waar zij zich in de avond en nacht tegoed doen aan insecten.

Laatvlieger

Belang van het Groenbooggebied voor gevoelige en beschermde (doel)soorten

“In totaal gaat het om actueel veertig planten- en diersoorten met een belangwekkende (vanuit natuurbeleid) of extra beschermde status, die van het Groenbooggebied afhankelijk zijn als toevluchtsoord en leefgebied in een sterk verstedelijkt en agrarisch geïntensiveerd gebied. Hierbij kunnen de algemeen beschermde broedvogels (achtendertig in totaal) worden opgeteld, wat een verdubbeling van de lijst betekent”.

 Water en oevers

De waterkwaliteit in het gebied is slecht te noemen, zoals bijna overal in Nederland. Toch zijn aan de randen van het volkstuinengebied standplaatsen te vinden voor goed ontwikkelde oever- en watervegetaties door de relatief hoge waterstanden van de Zwarte Gouw, ‘de Scheg’ en een aantal sloten en poelen.  Deze laten soms ook de oorspronkelijke vegetatie van het voormalige laagveen zien. Op sommige parken wordt gewerkt aan een versterking van natuurlijke oevers binnen de parken zelf, of aan de buitenranden.

Ecologisch beheer

Het rapport geeft een uitgebreid overzicht van ecologische knelpunten en verbeterkansen door middel van ecologisch beheer, zowel op de tuinparken als in de omliggende zones. Vooral het maaibeheer laat hier en daar nog te wensen over. Zaad krijgt niet de kans te rijpen door het vroege maaien. En langs oevers wordt te vaak en te veel gemaaid, wat ten koste gaat van het dierenleven en de biodiversiteit. Op alle volkstuinparken wordt echter steeds meer gewerkt aan een natuurlijke inrichting met meer inheemse planten en voorzieningen voor vogels, dieren, en insecten. Dit straalt uit naar de omgeving. Ook via de faunapassages en de verbinding over water (via Zwarte Gouw en Weersloot) hebben de volkstuinen een gunstige invloed op de stadsnatuur in de omliggende wijken.

Insectenhotel

Tot slot

Op de natuurwaardenkaart hieronder de min of meer vaste hotspots van zeldzame en beschermde soorten die op en rond de tuinparken leven.

Natuurwaardenkaart

Het volledige rapport is te vinden via 

https://aanpaknoord.nl/over-aanpaknoord/#flipbook-df_6403/1/