Tuinverhalen: Huis & Tuin
Wie ben je? Hoe ziet je leven op de tuin eruit? Wat voor tuin heb je? Hoe is je tuinhuis? In deze rubriek stapt Elske de Kruijter naar een tuin op ons tuinpark en leert ze de tuineigenaren kennen.

Nadre en Mustafa Cezim van tuin 25:
April 2025 – Tekst en foto’s door Elske de Kruijter, tuin 204
Ik ontmoet Mustafa Cezim tijdens het algemeen werk. Hij is, naast het gebouw van de winkel en de bouwcommissie, bezig met het bij elkaar harken van riet uit de sloot. We raken aan de praat en hij laat mij een aantal vogelhuisjes zien die aan de achterkant van het gebouw hangen. Die heeft hij zelf gemaakt. “Je moet toch iets doen als je op de tuin bent”, zegt hij. “Op mijn eigen tuin hangen ze ook, en ik maak ze voor anderen als ze er één willen.” Als ik vraag of ik eens over zijn huisje en tuin mag schrijven, is hij meteen enthousiast. We spreken af. Op 1 september 2024 is het zover. Het is een prachtige dag in de late zomer. De zon schijnt heerlijk en de kleuren diep groen en strak blauw voeren de boventoon. Als ik bij het hekje van tuin 25 sta, kijk ik door een rijk begroeide tunnel van druiven naar een grote tafel. Daar zitten Mustafa en Nadre Cezen. Ik schuif aan en we steken meteen van wal, want er is veel te zien en dus ook veel te vertellen.

Mustafa is opgegroeid in de Turkse stad Konya. Veel mensen op de tuin komen daar vandaan. Maar hij woonde in het westelijker gelegen Izmir voordat hij naar Nederland kwam. Zijn vader kwam hier in 1963 om te werken. In 1978 reisde Mustafa’s moeder hem achterna met de kinderen. Nadre en Mustafa hebben elkaar ontmoet in Turkije en zijn daar getrouwd. Ze wonen nu 40 jaar in Nederland en hebben twee kinderen die nu alweer in de dertig zijn. “Ik kan het nog zo missen” zegt Nadre, “die tijd dat ze klein waren”. Mustafa heeft gewerkt in een leerbewerkingsfabriek in Osdorp. Na een aantal hartaanvallen moest hij stoppen. Mustafa is ook 20 jaar voorzitter geweest van de Turkse Ouderenraad in Amsterdam Oost. De raad organiseert activiteiten voor Turkse ouderen, in samenwerking met de gemeente. Of bijeenkomsten met bijvoorbeeld de politie, ter preventie van criminaliteit. Hij is daarmee gestopt in 2015. Hij maakt zich weleens zorgen over het voortbestaan van dit soort initiatieven, omdat de jongere generatie daar niets meer voor voelt.Ze gaan niet elk jaar op vakantie naar Turkije. Het is ver weg en best duur. En hier op de tuin is het ook heerlijk. Soms komt de familie naar Nederland. Als ze de tuin bezoeken, snappen ze precies waarom Nadre en Mustafa het ook prima vinden om een zomer in Nederland te blijven.Ze kennen alle mensen aan het laantje. Turken, Nederlanders en Marokkanen. Het is een echte gemeenschap. Ze helpen elkaar en eten samen.

De verdeling van de taken op de tuin is duidelijk. Mustafa bouwt en onderhoudt het huisje en houdt het gras en de paden netjes. Het huisje is in 2011 gebouwd door zijn overbuurman, Errol. De binnenkant heeft hij voornamelijk zelf gedaan. Mustafa laat mij een bank zien die hij heeft gemaakt van oude stapelbedden van de kinderen en lades die hij langs de straat heeft gevonden. Er staat ook een mooie Turkse kachel, op hout gestookt met een oven erin om brood te bakken. Ze weten dat niet iedereen op de tuin blij is met de houtkachels. Ze houden er rekening mee en stoken alleen schoon en droog hout. Het huisje is van alle gemakken voorzien. Een praktische keuken en een mooie badkamer. Mustafa houdt ervan dat alles netjes en opgeruimd is. Dat kan ik zien. Ook de schuur is een lust voor het oog. Alles heeft zijn eigen plek. “Ik kan mijn spullen met mijn ogen dicht vinden”, zegt hij. Op dit moment is Mustafa een terrasje aan het leggen achter het schuurtje naast de sloot. Daarboven groeien druiven en als het af is, kun je daar lekker in de schaduw zitten. Ook aan de tafel onder het tentdoek kunnen ze aardig wat mensen kwijt. Een fijne beschutting tegen zon, regen en wind. Mustafa heeft het stevige frame zelf gemaakt van houten balken.

In de zomer zijn ze elke dag op de tuin te vinden. Soms slapen ze er ook. “Het is hier zo mooi in de nacht”, zegt Nadre. “Met de sterren en de geluiden van de nachtvogels”. Je kunt goed zien dat ze er vaak zijn. Alles staat er prachtig bij. Dat is de verdienste van Nadre. Trots laat ze me grote trossen snijbonen zien die over een pergola groeien aan de achterkant van het huisje. Overal waar je kijkt zie je ze hangen. Daaronder en ernaast zijn grote groentebedden met uien, venkelknollen, pepers, aardappels, komkommers en tomaten. Van venkelknol maakt Nadre altijd een salade. Ze raspt hem en roert er vervolgens wat zout en limoensap doorheen. Heerlijk op een warme dag. De slakken hebben haar dit jaar flink dwars gezeten. Elke dag maakte ze een ronde door de tuin om ze te verzamelen. “Ik maak ze niet dood maar ik verplaats ze. In de sloot gooien heeft geen zin want ik heb zelf gezien dat ze kunnen zwemmen”. Haar dagelijkse actie heeft duidelijk geholpen, want alles staat er prachtig bij. We lopen langs de frambozen en de appelboom naar de voorkant van het huisje. Nadre zweeft als een groente-fee tussen de goedgevulde groentebedden door en verdwijnt even tussen dichtbegroeide sperziebonen. “Alles is dit jaar heel hoog geworden”, zegt ze. “Dat komt doordat het zoveel geregend heeft”.

Midden in de tuin staat een kersenboom. De vogels eten de kersen vaak eerder op dan ze rijp zijn. Jammer, maar ja, zij moeten ook eten. Er staat een walnotenboom. Die heeft nog nooit veel noten gegeven, waarom weten ze niet. De vijgen worden dit jaar ook niet goed rijp. “Het is te laat warm geworden”, denkt Mustafa. Om de vijgen te kunnen plukken heeft hij een plukstok gemaakt. Het is een bezemsteel met daarop een plastic fles. Hij heeft een gat aan de zijkant van de fles gemaakt waar je de vijg in kunt laten glijden. Als je met de stok draait, valt de vijg van de tak in de fles.

Mijn oog valt op een maïsplant waarin een salieplant omhoog klimt. Die combinatie is een plaatje om te zien. Dat ga ik onthouden voor mijn eigen tuin. Verder zie ik overal waar ik kijk, rijkelijk druivenranken groeien. “Daar maak ik sap van”, zegt Nadre en ze haalt een pan, vol met druiven, uit de schuur. “Ik zet de druiven een nacht in water met een glas suiker erdoorheen, daarna kook ik ze twintig minuten en zeef de velletjes eruit. Uit zo’n pan haal ik wel twee flessen sap. En de bladeren gebruik ik om dolma’s te maken”.

Mustafa speelt op de Turkse saz. Dat is een snaarinstrument, een soort luit met een lange nek. Het heeft dubbele en driedubbele snaren, zoals een piano, mandoline of twaalfsnarige gitaar Hij speelt in een vierkoppige band die ook eens heeft opgetreden op de tuin, tijdens de viering van het suikerfeest waar alle tuinders voor waren uitgenodigd. Ik hoop dat er nog eens een gelegenheid komt om deze band te horen op ons tuinpark. Mustafa staat er voor open.

Bij het verlaten van de tuin krijg ik een tas vol heerlijkheden mee: appels, komkommer, tuinzuring, tomaatjes, peren, salie en postelein.