Aan tafel
Tuinverhalen: Huis & Tuin
Op tuin 59 heerst een vrolijke bedrijvigheid. Marina en haar partner Frans steken samen met Marina’s moeder Ethel de handen uit de mouwen voor een nieuwe start van het seizoen. Een gesprek over familiebanden, tuinplezier, Surinaamse roots én een onverwachte liefdeshereniging.
Mei 2025 – Tekst en foto’s door Elske de Kruijter, tuin 204

Op tuin 59 is het een drukte van belang als ik aankom. De tuin ligt op deel I, op een hoek van de hoofdlaan. Ritmische muziek klinkt terwijl twee pubermeisjes het terras vegen, Marina onkruid wiedt en Frans een kapotgevroren waterleiding repareert. Het is de eerste dag van het seizoen: alles wordt uit de winterslaap gewekt. Tuinbanken en tafels gaan naar buiten, kussens worden opgeborgen en spinnen moeten verhuizen.
Wat opvalt, is dat ook de naastgelegen tuin, nummer 60, bij de familie hoort. Die is van Marina’s ouders. Haar moeder Ethel komt net aan, nog met haar fietshelm op. Ook zij maakt haar tuinhuisje klaar voor het seizoen. Even later zitten we met z’n allen gezellig aan de grote picknicktafel, de geur van sop nog in de lucht.
Marina: “Toen de vader van Jaydee vertelde over een nieuw tuinpark, had ik mijn schoenen al aan”
Marina’s liefde voor tuinieren begon al vroeg. Ze mocht als kind mee naar het moestuintje van een tante in Heemskerk. “We gingen op de fiets, en ik werd daar aan het werk gezet. Dat vond ik hartstikke leuk,” herinnert ze zich. Toen de vader van Jaydee meldde dat er een nieuw tuinpark werd geopend, twijfelde ze geen moment. “Ik had mijn schoenen al aan voordat hij uitgesproken was.”
Ze koos bewust voor een tuin aan de hoofdlaan. “Ik hou niet van lopen in het donker.” Ze overtuigde haar moeder om de naastgelegen tuin te nemen. Sindsdien is het een echte familieaangelegenheid geworden, compleet met feestjes en etentjes. “Ze schuiven hier altijd aan voor het eten,” lacht Marina.
Voor Marina draait de tuin om meer dan alleen planten. “We komen hier om te tuinieren, maar ook om op adem te komen. Het is heerlijk om hier een weekend te blijven. De dagen duren lang en we hebben hier geen tv, dus ’s avonds kletsen we lekker.”
Frans: “In Enschede héb ik een tuinman. Hier bén ik haar tuinman.”
Toch is het soms passen en meten met haar drukke leven: een voltijdbaan, de kinderen en haar Frans, die in Enschede woont waar hij een loodgietersbedrijf heeft. Ze zien elkaar elk weekend, afwisselend in Almere of Enschede. Marina hoopt na haar pensioen meer tijd voor de tuin te hebben, maar ook om te reizen. Frans grapt: “In Enschede héb ik een tuinman. Hier bén ik haar tuinman.”
Marina kwam in 1979 als negenjarige met haar ouders en broers vanuit Suriname naar Nederland. Ze woonden eerst bij haar grootouders in Amsterdam, later onder meer in Nieuw-Vennep. Maar haar moeder Ethel wilde weer terug naar de stad: “Ik miste mijn moeder,” zegt Ethel. “Ik kon niet zonder haar.”
Ethel woont met haar man op het KNSM-eiland, op fietsafstand van de tuin. Ze fietst altijd – ook met harde wind. Maar niet in de regen. “Dan moet je binnen blijven.”
Haar man komt niet vaak naar de tuin, maar helpt wel met het huisje en de moestuinbakken. “Sinds er betaald parkeren is, wordt een weekendje tuin wel prijzig,” merkt Frans op.

Na dertig jaar sloeg de vonk tussen Marina en Frans opnieuw over
Frans kwam al vroeg in Marina’s leven. Ze zaten op dezelfde basisschool in Amsterdam, en hij kwam bij haar grootouders over de vloer. Toen ze achttien waren, hadden ze kort verkering. Daarna verloren ze elkaar uit het oog. Dertig jaar later zocht Frans haar familie weer op. Door corona kon hij alleen met Marina afspreken – en de vonk sloeg opnieuw over.
Frans heeft drie volwassen kinderen en twee jonge kinderen van 11 en 13. “Een vruchtbare man,” grapt Ethel. Zijn dochter is op het moment van het interview bijna uitgerekend: hij wordt opa!
Marina heeft drie kinderen: een dochter van 30, en de pubers Jaydee (13) en Chanell (14). Vroeger waren de kinderen vaak op de tuin, met zwembadje en trampoline. Tegenwoordig zijn ze wat minder vaak aanwezig, al helpen ze nu wel met schoonmaken. Jaydee heeft hier een goede vriendin. Vorige zomer vierden ze hier nog een week vakantie met Frans’ jongste kinderen.
Ethel: “Altijd als ik aankom in Suriname, breng ik een bloemetje naar mijn moeders graf.”
Ethel is in 2019 voor het laatst in Suriname geweest. Als het daar weer rustiger is, wil ze terug. “Mijn moeder is daar begraven. Als ik aankom, breng ik meteen een bloemetje naar haar graf. Mijn moeder was mijn alles.”
Marina blijft voorlopig dichter bij huis. “Zo’n verre reis is me veel te duur met de kinderen.” Chanell droomt van Hawaii en Brazilië, Jaydee houdt het liever bij Disneyland Parijs – al twee keer geweest, maar “het verveelt nooit.”
Ethel en haar man zijn al 55 jaar gelukkig getrouwd. “Ik koop een gouden stoel voor jou, en daar zet ik jou op,” zei hij onlangs tegen haar. In haar comfortabele tuinhuisje kookt Ethel de lekkerste gerechten. Haar keukentje met grote koelkast en kleine eettafel is een bron van gastvrijheid. De tafel kreeg ze van een cliënt uit de thuiszorg – werk dat ze nog steeds met liefde doet, op haar 76ste. “Ik ga nog één keer per week naar een mevrouw in Baarn. We missen elkaar als ik een keer niet kan.”
Het eerste wat Ethel kocht voor de tuin, was een kersenboom. Die staat nu prachtig in bloei. Er staan ook een appel- en perenboom, én een eucalyptus vanwege de geur. Na een ongeluk met een fatbike in 2023 had Ethel een hersenschudding en was ze negen maanden uit de roulatie. De moestuinbakken wachten sindsdien op nieuwe aanplant – binnenkort gaat haar man ze schoffelen.
Ethel: “Ik denk altijd aan mijn overleden zoon. Hij zit diep in mijn hart”
Tussen de planten valt een oud trainingsapparaat op. “Dat was van mijn zoon,” zegt Ethel. Hij overleed zeventien jaar geleden, plotseling, op zijn 35ste. “Daarom wil ik het apparaat laten staan. Maar ik denk sowieso altijd aan hem. Hij zit diep in mijn hart.”
Als ik afscheid neem, is iedereen alweer aan het werk. Met bezem, schoffel en waterpomptang. De tuin leeft, en dat geldt ook voor de mensen die haar verzorgen. Hier wordt niet alleen gewied en geplant – hier wordt geleefd, gevierd en herinnerd.
